Fokdoel
Het fokken van een zo klein mogelijk maar perfect paard.

Algemene indruk
Een mooi, klein, goed uitgebalanceerd paard met zo min mogelijk pony indrukken. Dezelfde conformatie als een groot paard. Merries tonen vrouwelijk en verfijnd. Volwassen hengsten tonen stoerheid en gespierdheid. Een evenwichtig paard met symmetrie, kracht, behendigheid en alertheid. De beweging is sterk, atletisch en toont natuurlijk en straalt sportiviteit uit. Het paard is soepel in de schouder en heeft genoeg actie vanuit de hakken.

Temperament
Het temperament is terug te zien in de persoonlijkheid van het paard. Het paard is intelligent, nieuwsgierig, zachtaardig, verstandig, werkwillig en makkelijk te trainen.

Stokmaat
Het paard wordt gemeten op de laatste maanhaar. Het volwassen paard mag niet groter zijn dan 34″.

Kleur
Elke vachtkleur, elk patroon, alle witte aftekeningen en alle oogkleuren zijn toegestaan.

Hoofd
Het hoofd is mooi en driehoekig van vorm en relatief klein in verhouding met de lengte van hals en lichaam. Het voorhoofd is breed met grote ogen. De ogen staan ver genoeg uit elkaar. Het hoofd heeft een recht of een licht dishy profiel met grote neusgaten en een kleine neus.

Gebit
Van de zijkant bekeken moeten de tanden mooi aansluiten en gelijkmatig zijn over het hele gebit. Slechte een halve breedte van de tand is toegestaan als afwijking. Door het wisselen kan de stand tijdelijk veranderen.

Oren
De oren staan bovenop het hoofd en worden alert gedragen. Ze hebben een middelmatige grootte, uitlopend in een mooie punt welke licht naar binnen gebogen is.

Hals
De hals staat op een goed gehoekte schouder, beginnend ruim boven de punt van de schouder en soepel overlopend in de schoft. De hals moet de indruk wekken op de schoft te staan in plaats van er voor. De slanke hals is licht gebogen. De lengte van de hals is in verhouding met het lichaam waardoor de bovenlijn beduidend langer is dan de onderlijn. De keellijn is straks en duidelijk te onderscheiden waardoor het paard flexibel kan beweging en een goede ademhaling heeft.

Schouders
De schouders zijn lang, gespierd, schuin en goed gehoekt (45 – 50 graden) waardoor een swingende gang en een alerte hoofd-hals houding mogelijk is.

Lichaam
Het lichaam is compact met een korte rug, brede lendenen, diepe flanken en gewelfde ribben. Het paard heeft een lange, vlakke, gespierde croupe en een mooie ronde heup. Een lange onderlijn maar niet weggestopt bij de flanken. Op een volwassen leeftijd mag het paard niet overbouwd zijn. De borst heeft een middelmatige breedte met zichtbare spierontwikkeling.

Benen
De benen lijken langer dan het lichaam diep is. Platte botstructuur en een duidelijk verfijnd uiterlijk. De benen staan recht en parallel onder het lichaam zowel van voren als van achteren gezien. De hoeven wijzen recht vooruit. De koten hebben voldoende lengte en zijn voldoende gehoekt om het paard een lichte, verende gang te geven. De voorbenen hebben een goed gespierd bovengedeelte welke relatief lang is in verhouding met het pijpbeen. De hoeven staan in een hoek van 45 – 48 graden en lopen soepel over in de benen.
De achterbenen zijn flexibel, goed gehoekt en spronggewricht heeft genoeg buiging om atletische gangen te geven. Het bovenste gedeelte van de achterbenen is in verhouding met het pijpbeen lang. Het pijpbeen staat loodrecht ten opzichte van de grond. De achterhoeven staan in een hoek van 40 tot 50 graden en lopen soepel over in het been.

Beweging
De stap is natuurlijk en vloeiend, een nette vier takt met een paslengte gelijk aan de lengte van het pijpbeen.
De draf is natuurlijk, voorwaarts en vloeiend. Een nette diagonale twee takt waarbij de knie en het spronggewricht gelijk omhoog bewegen en even ver strekken.

Deze rasstandaard is vertaald vanuit het 2013 AMHA Rulebook.